Geprinte versie: V.1.0.0, uitgebracht op 23-11-2020

Bijsluiter - 2.5. Logica

Deze ‘bijsluiter’ is de gebruikershandleiding behorend bij de Handreiking Duurzaam Toegankelijke Algoritmes. Deze handreiking bestaat uit een overzichtsplaat, een vragenlijst en deze bijsluiter. Alle onderdelen van zowel de overzichtsplaat als de vragenlijst worden in dit document nader toegelicht en waar mogelijk voorzien van praktische voorbeelden.

2.5. Logica

De logica bestaat uit de code en het datamodel.

De code bestaat uit meerdere rekenregels die verbanden weergeven. Een voorbeeld: als een algoritme wordt ingezet om automatisch documenten te herkennen, dan wordt het algoritme eerst getraind door bijvoorbeeld heel veel verschillende facturen te laten zien. Het algoritme zoekt dan naar gedeelde eigenschappen en legt deze vast in rekenregels, zoals: ‘als er bovenaan het document rekening of factuur staat, dan is het waarschijnlijk een factuur’. Hoe meer trainingsdata een algoritme verwerkt, hoe meer verbanden het zal herkennen en hoe uitgebreider de code wordt. Vanwege dit zelflerende karakter, is het vaak nodig om periodiek te toetsen of het algoritme nog naar behoren werkt.

Het datamodel definieert de data waarmee een algoritme wordt gevoed. Dit kun je vergelijken met een Excel-sheet: alle gegevens in kolom A staan voor leeftijd, alle gegevens in kolom B staan voor geslacht. Als er meerdere datasets worden gebruikt, dan maakt het datamodel duidelijk dat op kolom A in dataset 1 dezelfde definitie van toepassing is als op kolom D in dataset 2. Zo weet het algoritme dat het appels met appels vergelijkt en peren met peren. Het datamodel is dus een essentieel element in het algoritme: daarin wordt vastgelegd welke type gegevens worden gebruikt en wat de inhoudelijke betekenis is van die gegevens.

Een voorbeeld. Bij een sollicitatieproces voor stewardessen wordt op basis van een algoritme een lijst opgesteld met de meest geschikte kandidaten. Telkens als er iemand wordt aangenomen, leert het algoritme daar weer van. Omdat in deze specifieke sector meer vrouwelijke dan mannelijke kandidaten beschikbaar zijn, worden er vaker vrouwen dan mannen aangenomen. Het algoritme kijkt niet naar oorzaken, maar enkel naar verbanden. Het gevolg is dat het algoritme mannelijke kandidaten structureel lager scoort. Bij een audit op het algoritme komt dit als onwenselijk, discriminerend gedrag naar boven en het datamodel wordt hierop aangepast, zodat het algoritme het element ‘geslacht’ voortaan niet meer meeneemt in de analyse.

Ontwerpvragen die te maken hebben met logica zijn bijvoorbeeld:

  • Welke afspraken maken we over het documenteren van de monitoring van de correcte werking van het algoritme?
  • Met welke frequentie archiveren we de code? Bij elke wijziging, bij elke majeure wijziging of periodiek?
  • Hoe leggen we de keuzes vast aan de hand waarvan het datamodel tot stand is gekomen?
  • Hoe documenteren we eventuele wijzigingen in het datamodel?